Inleiding
Goede morgen allemaal op deze dinsdag 6 mei 2025. In het kader van de Bevrijdingsdag van gisteren begin ik met een toepasselijk liedje: https://www.youtube.com/watch?v=cUAP-fE81zs Vandaag als ´kennisparel´ een overzicht rond het concept van ´organisatiecriminaliteit´. Organisatiecriminaliteit, ook wel bekend als bedrijfscriminaliteit, verwijst naar misdaden die worden gepleegd door bedrijven of individuen die handelen in hun hoedanigheid als vertegenwoordigers van een bedrijf. Die illegale handelingen zijn er primair op gericht om de organisatiedoelen te bereiken. De auteur geeft een systematisch overzicht van wat bekend is in de vakliteratuur over organisatiecriminaliteit.
Sinds de commissie Van Traa in 1996 haar onderzoek naar de georganiseerde misdaad verrichtte leeft het besef dat niet alleen georganiseerde misdaad maar ook organisatiecriminaliteit zeer schadelijke gevolgen kan hebben voor de economie en de sociaal maatschappelijke verhoudingen. Opvallend is dat rond het fenomeen van organisatiecriminaliteit in vergelijking met georganiseerde misdaad: https://www.researchgate.net/publication/360773928_Georganiseerde_Misdaad_Kennisparels_2020-2024_Een_overzicht_van_op_evidentie_gebaseerde_inzichten_rond_georganiseerde_misdaad slecht zeer beperkt onderzoek beschikbaar is. Binnen de criminologie is dit onderwerp onderbelicht te noemen. Echter, criminologie als discipline heeft baat bij kennis die voortkomt uit onderzoek naar organisatiecriminaliteit en omgekeerd. Volgens de auteur van bijgesloten ´kennisparel´ is het essentieel om een multidisciplinaire kennisbasis op te bouwen die kennis verschaft en voortbouwt op wetenschappelijk onderzoek naar organisatiecriminaliteit.
Eerder verstuurde ik deze ´kennisparel´: https://prohic.nl/2024/09/26/763-26-september-2024-the-role-of-artificial-intelligence-in-preventing-corporate-crime/ waar een overzicht wordt gepresenteerd rond de nieuwe rol die Artificial Intelligence (AI) speelt bij het verbeteren van de naleving en monitoring van door bedrijven gepleegde criminaliteit. Het biedt inzicht hoe AI-technologieën, via geavanceerde data-analyse en voorspellende analyses de detectie en preventie van financiële fraude, insider trading en niet-naleving van regelgeving door organisaties kan verbeteren.
Bron
Simpson, Sally S. (January 2025). Criminology and Corporate Crime: The Art of Scientific Cross-Pollination. Annual Review of Criminology, vol. 8, January, pp. 311-333. https://www.annualreviews.org/content/journals/10.1146/annurev-criminol-022422-121435
Summary
This review focuses exclusively on corporate crime, defined as the proscribed and punishable conduct of a corporation, or of its representatives acting on its behalf, to achieve organizational goals. The broader umbrella of white-collar crime that Sutherland tied to the characteristics of the offender and to those of the offense are not considered here. Although both definitions encompass the phenomenon of corporate crime and its perpetrators, the expansive category of white-collar crime includes an array of illegal acts and actors that unnecessarily complicate the goals of this review. In the next sections, I summarize what is well-established and known about corporate crime and identify where existing gaps lie and possible ways to address these deficiencies. I conclude with suggested directions for future research that builds on newly emerging societal issues and criminological developments. The crux of my argument is that criminology as a discipline benefits from the knowledge generated by corporate criminology and vice versa.
Born of sociology while absorbing ideas and scholarship from other specialties, criminology can legitimately tout its interdisciplinary bona fides. Yet within the field, integration and cross-pollination across subject areas is, far too often, absent. Concentrating on corporate crime and summarizing the literature across a variety of different domains, I demonstrate that criminology, as a discipline, benefits from knowledge generated by corporate crime scholarship and vice versa. I discuss why it is essential to build a multidisciplinary knowledge base that informs and draws from corporate crime scholarship while also addressing critical epistemological challenges and knowledge gaps that confound integrative efforts. I conclude with potential areas of synergy ranging from the theoretical (organizational life cycle/life course and decision-making in different contexts) to new/old forms of crime and crime control associated with the emergence of artificial intelligence and machine learning.
Fifteen years ago, David Weisburd and I observed that white-collar crime was not well-integrated into the interdisciplinary field of criminology. Even though there were numerous historical reasons for the separate paths, we argued that the situation was intellectually unhealthy and shortsighted. Unfortunately, little has changed in criminology to shift the discipline toward greater intellectual inclusivity. My goal here is to show the many important insights that can be gained from a mutual exchange of theory and research, from criminologists working jointly, in collaboration, on difficult problems. My hope is that this review will take us at least one step in that direction. It is far past time for criminology and corporate crime to de-silo.
Afsluitend
Naarmate het bewustzijn internationaal is gegroeid van de schade die wordt veroorzaakt door criminaliteit gepleegd door bedrijven zijn de inspanningen om deze vorm van criminaliteit te voorkomen en te beheersen toegenomen. Ondanks dit groeiende bewustzijn is de bestaande kennis over maatregelen tegen bedrijfscriminaliteit verspreid over meerdere (academische en niet-academische) gegevensbronnen. De beschikbare bronnen bevatten uiteenlopende bijdragen in termen van onderzoeksopzet en interventies en maatregelen. Het blijkt nog steeds lastig om uitspraken te doen over wat werkt en wat niet werkt bij de aanpak daarvan.
Organisatiecriminaliteit is en blijft nog steeds een ondergeschoven kindje in beleid, onderzoek en praktijk. Dat lijkt vreemd omdat de materiele en immateriële schade ongekend omvangrijk kan zijn. Het gaat hierbij vaak om een grote maatschappelijke impact. Het is een fenomeen dat slecht begrepen wordt en er is weinig bekend over effectieve strategieën om het te voorkomen en op te sporen. Concurrerende definities van organisatiecriminaliteit hebben invloed op de wijze waarop het fenomeen wordt bestudeerd en op de implicaties voor het terugdringen ervan. Het aantal beschikbare verschillende justitiële strategieën waarmee preventief en repressief bedrijven en hun functionarissen/managers kunnen worden aangepakt is beperkt te noemen voor wat betreft de effectiviteit daarvan. Daar ligt dus nog een stevige kans voor beleid, onderzoek en praktijk.
Ten slotte verwijs ik de geïnteresseerde lezers naar dit themanummer over organisatiecriminaliteit van Journal of Economic Criminology: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2949791424000617