Inleiding
Goede morgen beste ‘kennisparelontvangers’, het is vandaag dinsdag 7 oktober 2025. Ik begin met een toepasselijk liedje bij de ‘kennisparel’ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=yeVx1C73o8k&list=RDyeVx1C73o8k&start_radio=1 Vandaag als ‘kennisparel’ een mooi overzicht over een onmisbare schakel in de logistiek van de georganiseerde misdaad: het zogenaamde witwassen van door onder meer georganiseerde misdaad verkregen illegaal vermogen. Het witwassen van geld is in deze eeuw steeds meer de kern van activiteiten geworden om het winstoogmerk van georganiseerde criminaliteit gestalte te geven.
Waar blijft al dat illegaal verdiende geld? Wie spelen een rol bij het zogenaamde witwassen van met criminele activiteiten verdiend geld? En hoe werken de logistieke en financiële processen? Weke verplaatsingseffecten treden op? Veelgehoorde kritiek is dat witwascontroles en het daar aan gekoppelde beleid weinig of geen effect hebben op de mate waarin deze van invloed is op het functioneren van criminele organisaties. In feite is er betrekkelijk weinig inzicht waar criminele gelstromen verdwijnen. Het blijkt dat ´follow the money´ bij de aanpak van georganiseerde misdaad niet zo eenvoudig is als de slogan doet vermoeden.
De afgelopen decennia hebben nationale overheden en internationale instanties zich steeds meer gericht op witwassen vanwege de dreiging die het vormt voor zowel de samenleving als het wereldwijde financiële systeem. Dit dreigingsbeeld heeft geleid tot de implementatie van een breed scala aan wet- en regelgeving en beleidsmaatregelen om te voorkomen dat illegale opbrengsten van misdrijven in het financiële systeem terechtkomen. Het anti-witwasbeleid is waarschijnlijk het belangrijkste voorbeeld van veiligheidsbeleid door publieke en private actoren.
Deze ontwikkeling staat ook wel bekend als third-party policing, om politietaken in te bedden in private settings. Deze trend beschrijft de inspanningen van de overheid om personen of organisaties te overtuigen of te dwingen tot acties die buiten hun routinematige activiteiten vallen en die bedoeld zijn om de kans op een misdaad (in dit geval witwassen) te verkleinen. Maar werkt dit beleid wel afdoende? Volgens de auteurs van bijgesloten ‘kennisparel’ is dat niet het geval. Ondanks de consensus dat het systeem slecht functioneert, is er vrijwel geen sprake van substantiële hervormingen. Wat is volgens de auteurs wel mogelijk om de effectiviteit van het anti-witwasbeleid op te hogen? Lees bijgesloten ‘kennisparel’ zou ik zeggen. O ja, deze ‘kennisparels’ heb ik eerder verstuurd rond aspecten van witwassen: 131;197;432;475;510;675;725;728;756;761;800; en 818. Allemaal gratis te downloaden vanaf: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/
Bron
Nazzari, Mirko & Peter Reuter (September 2025). How Well Does the Money Laundering Control System Work? In: Michael Tonry (Editor) Crime and Justice, Vol. 54 (ahead of print). University of Chicago: University of Chicago Press, pp. 1-86. https://www.journals.uchicago.edu/doi/10.1086/735665
Summary
The continued globalization of finances has generated an ever-larger array of methods for making criminal earnings appear legitimate. The global regime to control money laundering has become more sophisticated and comprehensive, (i.e., expensive and intrusive). There is no evidence that money laundering is declining or becoming more difficult or expensive. The system’s failure has many sources. Nations which pushed for its creation and development have been unwilling to implement critical elements.
Major banks have repeatedly failed to meet their obligations, suggesting either insufficient commitment or a lack of the necessary skills and systems to comply. Regulatory oversight has been inadequate. There is, however, evidence that the system aids enforcement of laws against criminal enterprises. Despite the consensus that the system works poorly, there is almost no discussion of substantial reforms.
This essay consists of seven sections. Section I provides a short description of the Anti-Money Laundering (AML) system, describing the institutional arrangements and legal obligations of obliged entities that have been enacted in FATF’s shadow. Section II examines the goals of AML and shows a tension between the officially articulated goals and those implicit in the theory of money laundering regulation. We offer a theoretical account of how the regulations should reduce harms, with an emphasis on decreasing crime as opposed to maintaining the integrity of the financial system.
The following two sections offer evaluations of the current system. Section III analyses the Mutual Evaluation Reports (MERs) conducted under FATF auspices. It shows that these provide a great deal of information but little that could be properly called evaluation. Section IV uses other data to provide our own evaluation of system effectiveness and offers an analysis of sources of systemic failure. It suggests that the principal value of the AML regime is in helping law enforcement agencies’ efforts against a large number of other crimes, such as drug trafficking and corruption, by strengthening the intelligence bases of investigative agencies.
Section V delves into the reasons why the AML system may fail to function as intended, while Section VI examines the associated costs, errors, and potential misuses of the system. The final section briefly sets out directions for reform of the system that are suggested by our analyses and discusses what criminologists in particular might have to offer in this regard and how that might help the development of the discipline.
Afsluitend
De aanpak van witwassen als onmisbare schakel in de logistiek van georganiseerde misdaad is en blijft een belangrijke beleidsprioriteit voor de komende jaren. Bijgesloten ‘kennisparel’ biedt een schat aan kennis om die prioriteit verder vorm te geven. Het betreft naar mijn mening één van de meest waardevolle (kritische) overzichten over witwassen van crimineel vermogen dat momenteel beschikbaar is rond het fenomeen. De auteurs van bijgesloten ‘kennisparel’ stellen een aantal kritische vragen waar de onderzoekwereld en de beleidswereld verder mee kunnen, te weten:
Zijn de huidige AML-maatregelen (Anti-Money Laundering) werkelijk effectief in het ontwrichten van criminele netwerken? Hoe verergeren sociaaleconomische omstandigheden de kwetsbaarheid van gemarginaliseerde bevolkingsgroepen voor AML-handhaving? Welke criminologische inzichten kunnen bijdragen aan het ontwerp van rechtvaardigere en effectievere regelgevingskaders? Het huidige grotendeels disfunctioneel regelgevingssysteem rond AML biedt talloze mogelijkheden voor constructief onderzoek. Tja, daar valt niet veel op af te dingen op basis van de inhoud van bijgesloten ‘kennisparel’. Opnieuw food for thought voor beleid en praktijk aangaande het fenomeen van anti-witwassen van crimineel verkregen vermogen. En ten slotte, bekijk ook deze verschenen ‘georganiseerde misdaadkennisparels’ (nog) een keer: https://www.researchgate.net/publication/360773928_Georganiseerde_Misdaad_Kennisparels_2020-2025_Een_overzicht_van_op_evidentie_gebaseerde_inzichten_rond_georganiseerde_misdaad
