Inleiding
Goede morgen beste ‘kennisparelontvangers’ het is vandaag vrijdag 4 juli 2025. Ik begin de dag met een passende filmscene bij de ‘kennisparel’ van vandaag, die gaat over de toepassing van geweld binnen de georganiseerde misdaadwereld: https://www.youtube.com/watch?v=5zb2DTOSzDM Hard. Vandaag een ’kennisparel’ over mechanismen en oorzaken die tot geweldsexplosies leiden binnen de wereld van de georganiseerde drugsmisdaad in London. Het gebruik van geweld – of de geloofwaardige dreiging ervan – is een wezenlijk onderdeel en kenmerk van de georganiseerde misdaad, ook in Nederland. Geweldgebruik door deelnemers aan georganiseerde misdaad is steeds vaker een bron van zorg bij burgers, rechtshandhavingsinstanties, politici en beleidsmakers.
De impact van georganiseerde misdaadgroepen – en het geweld dat met hun activiteiten gepaard gaat – op het leven van individuen en lokale gemeenschappen kan niet worden onderschat. Dat geldt ook voor landen die niet vaak worden geassocieerd met ernstige problemen met de georganiseerde misdaad. Zie trouwens ook voor deze twee ´kennisparels´ over liquidaties, de meest ernstige vorm van geweld, binnen de georganiseerde misdaad: https://prohic.nl/2022/01/14/324-14-januari-2022-tweede-verkennende-studie-liquidaties/ en https://prohic.nl/2024/02/01/659-1-februari-2024-liquidaties-in-nederland-ontwikkelingen-en-achtergronden-van-schutters-en-andere-betrokkenen-extra-editie-kennisparel/ Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag.
Bron
Warburton, Jack (May 2025). Subcontracted violence amongst London’s drug gangs. Global Crime, 28 May, pp. 1-19.https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/17440572.2025.2499448
Summary
Violence is one of the most researched and theorised parts of the literature when it comes to the study of organised crime. Attention is given to both its internal use, employed to govern the internal dynamics of crime groups in lieu of contracts and civil courts, and external use; as a vital tool in governing over criminal markets and communities, ensuring decisions are respected and control is maintained. Despite this, little is known about subcontracted violence within organised crime.
Subcontracted violence within organised crime poses an important theoretical conundrum. That is, why if groups already have an existing capacity for violence, would they choose to subcontract it out? Violence, and the recourse to its use, is integral to the reputation of a criminal group. Lacking the ability to convince of violent potential signals a crime group’s impotence in effectively governing a market or territory. This logic extends to nation states and was identified by Machiavelli in his assessment of 16th century Italy’s reliance on mercenaries and the armies of France and Spain for protection. This dependence left the nation state weakened as ‘mercenaries are disunited, ambitious, undisciplined, and disloyal’.
Summarised, subcontracted violence not only signals one’s weakness but also risks instability owing to potential disloyalty and poor performance. In this context, it presents a conundrum as to why criminal groups on occasion take this option. Furthermore, given the dearth of the literature more generally, which predominantly focuses on the backgrounds of ‘hitmen’, and infrequently considers organised crime settings, very little is known about the process of subcontracted violence, for prior findings on subcontracted violence within organised crime). Subsequently, there is a need to understand when violence is subcontracted out within organised crime.
Violence is an essential tool for organised crime groups and is intertwined with personal reputations for governing and regulating markets and territories. It is therefore a puzzle why, when groups have an existing capacity for violence, they choose to contract it out. Further, when they do, little is known about this process. This paper, through an in-depth analysis of police case files concerning a drugs gang in London who planned a series of ultimately unsuccessful contract killings, addresses these conundrums. In doing so, it addresses key questions in relation to the study of violence.
Afsluitend
De aanpak van de drugsindustrie / georganiseerde misdaad in Nederland is sterk gericht op het voorkomen van door misdaadgroepen gepleegd geweld. In Nederland zijn we aardig op de hoogte van het gepleegde geweld binnen de georganiseerde misdaad, zie bijvoorbeeld deze eerder verstuurde ´kennisparel´: https://prohic.nl/2024/11/14/793-14-november-2024-geweld-van-de-georganiseerde-misdaad-in-beeld-moord-doodslag-en-aanslagen-met-explosieven-fenomeenbeeld-2024/
Maar ook het gebruik van geweld door spelers die betrokken zijn bij georganiseerde misdaad neemt toe in de Europese Unie (EU), in termen van frequentie, ernst, zichtbaarheid en impact: https://prohic.nl/2025/03/04/849-4-maart-2025-violence-and-organised-crime-in-the-eu/ Het meeste geweld concentreert zich op en rond belangrijke doorvoerpunten en transportknooppunten die worden gebruikt voor het smokkelen van goederen, met name drugs. Tegelijkertijd zijn vuurwapens een belangrijke factor in het toenemende geweld dat wordt gepleegd door georganiseerde misdaadgroepen. De toegenomen concurrentie tussen rivaliserende criminele groepen heeft geleid tot een overloop van geweld in de publieke ruimte, waardoor onschuldige omstanders in gevaar worden gebracht en soms zelfs worden gedood.
Een belangrijk kenmerk van georganiseerde misdaadmarkten is het onderlinge wantrouwen onder de actieve leden werkzaam binnen de verschillende misdaadorganisaties. Criminelen vertrouwen elkaar simpelweg niet. Daarom moeten georganiseerde misdaadorganisaties haar leden stimuleren, hetzij door dreiging met geweld, hetzij door goed gedrag te belonen veelal via financiële incentives. Interne geweldpleging moet dus ook de nodige aandacht krijgen. Want geweldsuitbarstingen binnen de georganiseerde misdaad kunnen ook ´onschuldige´ omstanders treffen. De kosten van het gebruik van geweld zijn afhankelijk van de middelen die de politie inzet voor het onderzoeken van intern geweld binnen de organisaties. Dit betekent dat de politie invloed kan uitoefenen op de keuzen van georganiseerde misdaadorganisaties. Bij het ontwerpen van de optimale strategie voor misdaadbestrijding moet hiermee rekening worden gehouden.
Georganiseerde misdaadorganisaties worden geconfronteerd met het probleem van het handhaven van de interne discipline. Onder elkaar hebben leden van georganiseerde misdaadorganisaties de reputatie niet betrouwbaar te zijn: onderling wantrouwen is een kenmerk binnen die organisaties. Omdat georganiseerde misdaadorganisaties goede redenen hebben om geen gebruik te maken van een transparante financiële huishouding zijn er volop mogelijkheden om van de organisatie te stelen. Daarom is de toepassing van onderling geweld binnen de meeste georganiseerde misdaadorganisaties de manier om hun leden te disciplineren. Bedreigingen met lijfstraffen, de dood of het intimideren van de dierbaren en familieleden en buren zijn een onderdeel van het illegale / criminele handelen.
Bij de aanpak van (onderling) geweld kan de overheid gebruik maken van de mogelijkheid dat ze, meer dan haar tegenstander, vertrouwen kan organiseren en flexibiliteit en hiërarchie goed met elkaar kan verbinden. Noodzakelijke voorwaarde is steeds om helder te bepalen op welke uitkomsten van de aanpak wordt ingezet. Daarbij moeten middelen / methoden als ‘samenwerking’, ‘programmatische aanpak’ en ‘barrièremodel’ zuinig en effectief worden ingezet.
Met alleen samenwerken om samen te werken tegen georganiseerde misdaad komen we er niet, vroeger niet en nu ook niet. Dus beleidsmedewerkers bij het Directoraat Generaal Ondermijning: let´s go!: https://www.youtube.com/watch?v=_Ka_O1Sa6_0 Of neem eens kennis van deze ruim 180 verschenen ‘kennisparels’ rond aspecten van georganiseerde misdaad: https://www.researchgate.net/publication/360773928_Georganiseerde_Misdaad_Kennisparels_2020-2025_Een_overzicht_van_op_evidentie_gebaseerde_inzichten_rond_georganiseerde_misdaad Daar moet je beleidsmatig toch wat mee kunnen doen.
