Inleiding
´Is het waar of is het politiek´? Goede morgen beste mensen, het is vandaag dinsdag 28 januari 2025. Ik begin met een vrolijk liedje: https://www.youtube.com/watch?v=WbZq5idUJcI Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. In feite één van mijn favoriete onderwerpen: op evidentie gebaseerde effectieve politiezorg. Dit keer een mooie zeer recente verzamelbundel naar het optreden van de politie via de strategie van zogenaamd ´Hot Spots Policing´ (HSP). Het betreft een strategie waarbij financiële middelen en politieactiviteiten zeer gericht worden ingezet op die plaatsen waar criminaliteit zich in bijzondere mate concentreert. Dit zijn zogenaamde ´Hot Spots´.
Het blijkt dat plaatsgebonden politiewerk in hot spots (criminele brandhaarden) effectief is, maar er zijn grenzen aan het vermogen van de politie om complexe lokale problemen op te lossen. Een gerichte surveillance door de politie op ´criminele brandhaarden´ kan dus een significante daling van de criminaliteit en incidenten opleveren. Er bestaat hierover omvangrijk en sterk bewijsmateriaal dat aantoont dat misdaad extreem geconcentreerd is in kleine geografische plaatsen, dat deze concentratie vaak stabiel is in de tijd en dat deze hotspots niet altijd zogenaamde slechte buurten zijn. Het zijn eerder straatsegmenten, straathoeken of zelfs enkele adressen (of kleine clusters van deze eenheden) die de concentratie van criminaliteit bepalen.
In Nederland is ook sprake van een scheve verdeling van de ‘’criminaliteitslasten’’. Dat is zowel geografisch, aan daderkant en aan slachtofferkant het geval. Zo vindt bijna 45% van het geweld plaats bij slechts 10% van de slachtoffers met een publieke taak. Ook binnen het bedrijfsleven treffen we deze concentratie van slachtofferschap aan. Zo neemt drie procent van het totaal aantal vestigingen binnen de detailhandel meer dan 50% van het geschatte totale slachtofferschap voor haar rekening. Aan daderkant blijkt vijf procent van de bekende daders verantwoordelijk te zijn voor 40 procent van bepaalde delicten. Ook geografisch is de criminaliteit niet evenredig verdeeld, er is sprake van zogenaamde ‘’hot places’’. Dit zijn buurten, locaties en bedrijventerreinen waar (georganiseerde) criminaliteit zich bovengemiddeld voordoet. Er is sprake van geconcentreerde ‘’criminele brandhaarden’’. Er is duidelijk sprake van een scheve verdeling van de criminaliteitslasten. Op naar bijgesloten ´kennisparel´ voor de bewijzen daarvoor.
Bron
Weisburd, Davis, Barak Ariel, Anthony A. Braga, John Eck, Charlotte Gill, Elizabeth Groff, Clair V. Uding & Amarat Zaatut (January 2025). The Future of the Criminology of Place: New Directions for Research and Practice. Cambridge: Cambridge University Press, 101 pp. https://www.cambridge.org/core/elements/future-of-the-criminology-of-place/751622CE5AEA9CC39E1BA0E2C7DBA960
Summary
Microgeographic units of analysis have moved to the center of criminological inquiry. This book brings together leading crime-and-place scholars to identify promising areas for future study. Section 1 introduces the element and the importance of focusing on the future of studies of crime and place. Section 2 examines the development of hot-spots policing and the importance of focusing on its impact on communities. It also looks at how ‘pracademics’ can advance the science and practice of place-based policing. Section 3 focuses on place managers as prevention agents and examines how city government can influence crime at place. It further contends that rural communities need to become a key focus of crime-and-place scholarship. Section 4 emphasizes the importance of the connection of health, crime, and place. It also argues for the importance of expanding the methodological tools of crime and place to include careful ethnographic and qualitative research.
The study of crime at microgeographic units of analysis began to interest criminologists in the late 1980s. In 1989, in Criminology, Lawrence Sherman, Patrick Gartin, and Michael Buerger coined the term criminology of place to describe this new area of study. The criminology of place or crime and place pushes us to examine very small geographic areas within cities, often as small as addresses or street segments (a street from intersection to intersection), and not larger than small clusters of such units, for their contribution to the crime problem. It pushes us to ask why crime occurs at specific places.
This focus is critically important since it suggests a major turning point in how criminologists understand crime. Just a generation ago, criminology was primarily concerned with “why criminals commit crime.” This was seen not only as the primary basic research question for criminology but also as the key approach to doing something about the crime problem. While “who done it” remains a dominant area of research in criminology, “where done it” has also moved to the center of criminological inquiry. Indeed, in terms of crime prevention, focus on where crime occurs has perhaps become the dominant focus of research and theory. Situational crime prevention, and crime pattern theory are now key theoretical perspectives in criminology, and all look at the specific places where crime occurs as a crucial part of the crime prevention equation.
We now have a large and strong body of evidence that shows that crime is extremely concentrated in small places, that this concentration is often stable across time, and that crime hot spots are not bad neighborhoods but rather street segments, street corners, or even single addresses (or small clusters of these units) that are driving the crime rates for larger areas. These findings have been reinforced by a large number of crime prevention studies that show that when police or other resources are focused at microgeographic hot spots they will be effective in reducing crime problems.
Afsluitend
´We did not try it, and it did not work. That is an ‘implementation failure’
De conclusie op basis van deze ‘’criminaliteitsconcentratie’’ of ‘’criminaliteitsdruk’’ is dat het niet voor iedereen veiliger is geworden. Zowel bij daders, slachtoffers en binnen specifieke plekken, plaatsen of branches is sprake van een belastende concentratie van criminaliteit. Hier ligt een prima kans om zeer gericht (focus optima forma) beleid te voeren op die plekken en plaatsen waar sprake is van een scheve verdeling van criminaliteit, slachtofferschap en daderschap. Wellicht kan een gelijkmatiger verdeling van de criminaliteitsproblematiek tot stand komen door de gerichte inzet van de publieke veiligheidszorg op die plaatsen waar de criminaliteitsproblematiek zich bovengemiddeld voordoet en waar inwoners en bedrijven niet in staat zijn eigenstandig preventieve maatregelen te bekostigen. Naar analogie van beleid ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, kan aandacht geschonken worden aan groepen en gebieden met hoge criminaliteitsrisico’s.
Ondanks het sterke bewijs dat hot spot policing persoonlijke slachtofferschap en incidenten kan verminderen, blijven politiediensten terughoudend met het uitvoeren van routinematige hot spot patrouilles. Nu herhaaldelijk de voordelen zijn vastgesteld van systematisch patrouilleren op hotspots waar criminaliteit en slachtofferschap zich bovengemiddeld voordoet, is de volgende uitdaging voor de politie om daadwerkelijk op deze manier te surveilleren op een ‘business as usual’-manier. Dit zal om verschillende redenen geen sinecure zijn. Ten eerste, zoals talloze eerdere politiesurveillance experimenten hebben aangetoond, is het implementeren van het gewenste patrouilleniveau in de regel een lastige taak. Politiemensen hebben routinematig niet de capaciteit om surveillancetaken op hotspots uit te voeren vanwege andere operationele eisen of gebrek aan beschikbaar personeel.
Of deze kwestie nu systemisch of cultureel is of iets anders valt buiten het bestek van bijgesloten onderzoekbundel, maar dit is een belangrijke lacune die dringend moet worden aangepakt als verzamelstudies zoals deze niet het criminologische equivalent van een ongebruikte vaccinatie gaan zijn. De evaluatie staat mooi in de boekenkast of op de harde schijf van de computer maar wordt helaas niet verder uitgevoerd. De strategie van hot spots policing werkt, het is nu om uit te uitzoeken hoe er ook in de Nederlandse politiepraktijk een consistente strategie van gemaakt kan worden.
Voor de Nederlandse politiepraktijk dus mooi nieuws, Hot Spots Policing blijkt een succesvolle politiestrategie te zijn. Een gemiddelde reductie van 16% van criminaliteit in vergelijking met controlegebieden. Geen criminaliteitsverplaatsing naar aangrenzende geografische gebieden en simpelweg: minder slachtoffers. Weer een bewijs dat beschikbare kennis laat zien dat criminaliteitspreventie werkt. De stelling ´prevention beats detention´ (https://www.researchgate.net/publication/287935840_Prevention_beats_detention_Evidence_from_The_Netherlands) wordt opnieuw bewezen in bijgevoegde onderzoeksynthese. Reden te meer om de criminaliteitspreventieve aanpak daadwerkelijk prioriteit te geven in beleid en praktijk. Al is het alleen om slachtofferschap te voorkomen en de druk op de strafrechtketen te verminderen.